Volgende
maand is het weer zo ver, de Noord-Nederlanders mogen naar de stembus om hun
parlement voor de volgende vier jaar te verkiezen. Waar men vorige verkiezingen
dacht een blijvend record van deelnemende partijen te hebben neergezet, is het
cijfer dit jaar nóg hoger. Dit jaar doen er namelijk 37 (!) partijen mee
aan de Tweede Kamerverkiezingen. Een korte vooruitblik op deze verkiezingen,
waarin voornamelijk de voor ons publiek interessante partijen behandeld zullen worden.
Allereerst de minst gewaagde voorspelling: de VVD van Mark Rutte zal de duidelijke winnaar zijn, en een grotere winnaar dan in de vorige verkiezingen. De populariteit van de premier lijkt geen schade toe te doen, hoezeer de oppositie dit ook probeert. Uiteraard profiteert de VVD ook van de coronasituatie, zoals regeringspartijen in andere landen.
Wat
betreft D66 zien we een krimp van zetels in de peilingen ten opzichte van de
vorige verkiezingen. Tegelijkertijd beweegt de partij steeds meer richting de
anti-Nederlandse politiek, door het volledig omarmen van concepten die voorheen
enkel bij radicaal-linkse groepen te vinden waren. D66 lijkt hiermee een
doorgeefluik te worden dat radicale ideeën normaliseert. Vooral met de
mogelijke komst van een nieuwe, radicalere partij waarop ik later in het stuk
zal terugkomen.
De rechtspopulisten
De periode
na de Provinciale Statenverkiezingen is niet bepaald goed geweest voor
populistisch rechts. Hoewel de PVV zeker groeit, is Forum voor Democratie uit
elkaar gevallen. FVD zal dus geen grote speler zijn zoals na de vorige
verkiezingen. Wel zal FVD een interessante, afwijkende stem blijven in het
debat omtrent het coronavirus.
Wat betreft
de Partij voor de Vrijheid valt er in principe niets nieuws te verwachten. De
partij heeft er sinds de oprichting al ongeveer dezelfde ideeën op nagehouden.
Wel is het een positieve ontwikkeling dat de partij de afgelopen jaren steeds
vaker omvolking aankaart. De PVV zal hoogstwaarschijnlijk de tweede grootste
partij blijven.
De linkse partijen
Met de linkse
partijen worden in dit artikel de ‘grote’ linkse partijen in de oppositie
bedoeld: GroenLinks, PvdA en de SP. Deze partijen lijken te worstelen met de
gevolgen van het verkiezen van de diversiteitsideologie van radicalere groepen
boven het benadrukken van typische ‘linkse’ thema’s als sociale zekerheid en
arbeidersbelangen. Dit is vooral zichtbaar in de peilingen: de drie partijen
samen lijken nog geen 40 zetels te kunnen halen.
De nieuwkomers
Van deze
categorie zijn er een heleboel partijen. Een aantal merkwaardige en interessante deelnemers
zullen aan bod komen.
Allereerst
is er JA21 (Juiste Antwoord), de Forum voor Democratie-afsplitsing van onder
meer Annabel Nanninga en Joost Eerdmans. Deze partij lijkt weldegelijk kans te
maken op een aantal Tweede Kamerzetels. Verwacht van JA21 niet meer dan
GeenStijl-/TPO-niveau rechtsliberalisme. In feite is deze partij dus een nog
verder afgezwakt FVD.
Verder zien we tussen de inschrijvingen ook een partij met de naam ‘Boer Burger Beweging’ (BBB). Deze landbouwerspartij noemt zichzelf ‘de stem van en voor het platteland’ en is ontstaan uit de massale boerenprotesten van 2019 en in mindere mate 2020. De kans dat deze partij een zetel wint lijkt niet heel groot, maar het is zeker interessant om te zien dat boeren bereid zijn zich politiek in te zetten.
Waarschijnlijk de meest zorgwekkende nieuwkomer is de anti-Nederlandse partij Bij1. De partij functioneert als partijpolitieke tak van linkse activisten (‘Black Lives Matter’, ‘Kick Out Zwarte Piet’, enz.) en kan volgens sommige peilingen een zetel behalen. De kans is reëel dat deze partij ideeën in de politiek zal opwerpen, waarop de linkse partijen met ‘gematigde’ en afgezwakte varianten zullen komen. Gevolg is dus dat anti-Nederlandse ideeën een stuk makkelijker genormaliseerd zullen worden. Een korte greep uit het partijprogramma: er moet een Ministerie van Gelijkwaardigheid worden opgericht, praten over omvolking moet worden verboden, de Zwarte Piettraditie moet worden verboden en ‘racistische organisaties’ moeten ontbonden worden. De definitie van racisme is, uiteraard, zeer breed.
Conclusie
Erg veel moet men als
nationalist niet verwachten van de komende verkiezingen. De coronacrisis heeft
voor haast elke partij behalve de VVD roet in het eten gegooid, wat betekent dat we de komende vier jaar weer hetzelfde kunnen verwachten als de voorgaande jaren. Maar men moet
als nationalist ook weten dat het nu geen nut heeft de hoop te vestigen op een
politieke partij.
Hagebard
Lees ook: Nationalisme en partijpolitiek
Beeld: Watersteekspel op de Hofvijver